De Auteur Rianet Knevel
Rianet Knevel studeerde aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Arnhem (ABK, nu ArtEZ). Al tijdens haar opleiding, bleek ze meer geïnteresseerd te zijn in wat kleding met mensen doet voor hun zelfbeeld, sociaal functioneren en ook voor hun zelfredzaamheid. Ze ontwierp kleding voor mensen die niet in het ideaalbeeld van de mode-industrie pasten: grote maten, uitzonderlijk lange en kleine mensen en mensen met een lichamelijke handicap. Dat was in de periode 1971-1975 op zijn zachtst gezegd niet gebruikelijk.
Na haar diplomering werd ze docent bij de opleiding modevormgeving van de ABK en bij de Nieuwe Leraren Opleiding in Tilburg. Ze was in allerlei projecten betrokken bij de doelgroepen die buiten het modebeeld vielen. En ze ging werken bij het Dorp in Arnhem, de eerste woonvorm in Nederland voor volwassen gehandicapten. Ze kreeg daar de gelegenheid om samen met een collega binnen het Activiteitencentrum een atelier te ontwikkelen waar bewoners van het Dorp hun eigen kleding konden komen maken.
Rianet Knevel ontwierp samen met de gebruikers van het atelier honderden kledingstukken die wat vormgeving betreft recht deden aan wie de drager was of wilde zijn, perfect pasten ongeacht welke figuur afwijking dan ook en oplossingen bood voor problemen die men steeds had ervaren met bestaande kleding. Je moet dan denken aan: pijn of moeite met aan- en uitkleden; opkruipen en draaien van kleding; uit de rolstoel schuiven (en dus ook vaak uit je kleding); niet zonder hulp naar het toilet kunnen, enzovoorts.
Er was nauwelijks een bron waar ze op terug kon vallen. Er bestond alleen summiere informatie over wat te doen als een halsopening een beetje gaapt of afstaat, een ongelijke schouderhoogte of een heup die een beetje scheef was. Dus werden door haar zelf 25 jaar lang alle mogelijke patroontechnische oplossingen en nieuwe naaitechnische en werkwijzen ontwikkeld en gearchiveerd. Daarbij kwamen ook allerlei aanpassingen voor het bedienen van naaimachines, zodat elke bezoeker zelf aan de slag kon om perfect passende kleding te maken.
Die ervaring van 25 jaar deelde zij met andere geïnteresseerde professionals door de cursus “Mode met een Handicap” te verzorgen die een aantal jaren door het Dorp gefaciliteerd is. Haar ervaring met het aanpassen van patronen en van bestaande kleding heeft zij in 1991 ook vastgelegd in het boek Mode Maatwerk Pasvormcorrecties.
Het gaat er tenslotte niet om of je in kleding mooi bent of lelijk, dik of dun. Het gaat erom hoe jij je in je kleding voelt. Of je kunt zijn wie je bent. Kleding die slecht zit, kleding waar je niet zonder pijn en moeite in- en uitkomt, kleding die geen recht doet aan wie jij bent, belemmert je in je sociaal functioneren. Kleding is de allerpersoonlijkste expressie van wie jij bent of wilt zijn.